Soms vraag ik me af voor welke lezers ik schrijf. Janwillem Van de Wetering is moeilijk in een hokje te plaatsen. Hoewel hij aanvankelijk positieve recensies kreeg maakte hij nooit deel uit van de Nederlandse literaire scene. Hij was een gevierd bestsellerauteur wiens boeken in Nederland in hoge oplages verschenen en die ook in het buitenland veel gelezen werd.  Nederlanders die zijn werk nu nog kennen zijn zonder uitzondering ouder dan vijftig. Jongere mensen herinneren zich de serie Grijpstra en De Gier, die vanaf 2004 op televisie werd uitgezonden. Onder boeddhisten is hij tamelijk bekend vanwege zijn zentrilogie en de documentaire ‘To infinity and Beyond’ , eveneens uit 2004.  En waarom zou Van de Wetering nog steeds populair zijn in Duitsland?  ‘Duitsers zijn nu eenmaal zielzoekers,’ zei een uit Duitsland afkomstige Rotterdammer. Vandaar dat  het werk van Van de Wetering hen aanspreekt. Moet ik vijftigplussers, boeddhisten en Duitsers als doelgroepen zien?
De schrijver, journalist en programmamaker Jan Donkers zou zeggen van niet. Donkers is voor veel mensen een jeugdheld vanwege VPRO-radioprogramma’s zoals Amigos de Musica en Gonzo Radio. Toen ik hem interviewde vertelde hij hoe hij kort tevoren voor zijn werk was bedankt door twee oude fans, mensen die je niet onmiddellijk zou typeren als VPRO-luisteraars: een brandweerman en een jehovagetuige. Het bevestigde wat hij altijd al vermoedde: doelgroepdenken is totale onzin, je moet maken wat je zelf mooi vindt.

Donkers was in de jaren zeventig redacteur van de glossy Avenue, een magazine vol met kunst, mode, fotografie en literatuur. Het was een van de weinige publiekstijdschriften waarin korte verhalen werden opgenomen, veelal afkomstig uit Amerikaanse tijdschriften. Donkers wist niet dat Van de Wetering korte verhalen schreef, totdat die zich meldde bij Avenue. In april 1976 verscheen ‘De Harley-Davidson en de bovenbuurvrouw’ in Avenue. Het is het verhaal over een getrouwde burgerman, vertegenwoordiger van een wolfabriek, die geld erft van zijn moeder en daarmee een motorfiets koopt. De Harley staat voor een avontuurlijk leven waarin een gefantaseerde romance met de bovenbuurvrouw best eens werkelijkheid zou kunnen worden. Het verhaal werd een paar jaar later opgenomen in het Amerikaanse motorblad Iron Horse.
Voor Van de Wetering maar ook voor andere schrijvers was Avenue een interessant medium, omdat het een veel hogere oplage had dan literaire tijdschriften en veel beter betaalde, zegt Donkers. Hoewel een enkele serieuze literator zijn werk voor geen goud in het blad geplaatst wilde zien, waren er genoeg schrijvers die wel voor Avenue wilden werken. Daarnaast haalde Donkers veel verhalen uit Amerikaanse tijdschriften. ‘In Amerika was er een veel levender verhalencultuur, daar konden schrijvers hun verhalen altijd wel kwijt.’ Donkers interviewde Van de Wetering meerdere keren, ze raakten bevriend en zochten elkaar regelmatig op. Een van de dingen die hen bond was hun fascinatie voor Amerika. ‘We praatten veel over Amerika versus Nederland. Van de Wetering was enthousiast over de Amerikaanse maatschappij: This is America and everything works. In Nederland was er een breed gevestigd anti-Amerikaans sentiment en als je iets positiefs te melden had, was je verdacht.’ Amerikaanse literatuur werd in die tijd niet gezien als literatuur omdat het oppervlakkig zou zijn. Dat is in de afgelopen twintig jaar wel veranderd, meent Donkers: ‘Als Philip Roth doodgaat is dat voorpaginanieuws.’

Zou het werk van Van de Wetering nu ook anders beoordeeld worden dan zeg, veertig jaar geleden? Om verschillende redenen heeft hij de belofte die hij was niet ingelost. Eind jaren zeventig haakten recensenten in Nederland af en halverwege de jaren tachtig ook de Nederlandse lezers. Hij verwierf geen vaste plek in literair Nederland en wordt in recente handboeken literatuurgeschiedenis niet genoemd. Het is daarom ook bijzonder dat het literaire tijdschrift De Parelduiker heeft toegezegd een artikel over hem te zullen plaatsen. De redactie legde aanvankelijk meteen de vinger op de zere plek door te vragen: ‘Wat doet jou denken dat een artikel over Janwillem Van de Wetering iets voor ons is, zie je hem als een miskende literaire schrijver?’ Een begrijpelijke opmerking over iemand die bekend is geworden met politieromans, als Nederlands schrijver in Amerika woonde en die een achtergrond had als lid van een motorbende en zenboeddhist. Ik ben benieuwd naar de reacties.