Het project Gerse vrouwen van Dig it up zorgde ervoor dat de archieven van een vijftal vrouwenorganisaties in Rotterdam, gevonden op een zolder in Rotterdam Noord, gereed gemaakt werden voor het archief. Behalve materiaal van de fusieorganisatie Dona Daria waren er dozen, mappen, vergaderstukken en folders van De Rotterdamse Vrouwenraad, het Vrouwenhuis, de Vrouwenrechtswinkel, Technika Tien en Dona Daria.
Rotterdamse vrouwengeschiedenis
Al met al een enorme berg papier en het was niet gemakkelijk om daar een weg in te vinden. Dat kwam ook doordat bleek dat er maar weinig bekend is over de vrouwenbeweging in Rotterdam. Hoe organiseerden vrouwen zich hier vanaf de jaren zestig? Wat deden ze om hun maatschappelijke positie te verbeteren? Welke strategieën hanteerden ze om veranderingen te bewerkstelligen?
Het was een van de redenen om te starten met een oral history project waarin verhalen van Rotterdamse vrouwen die actief waren in de jaren zeventig, tachtig en negentig worden verzameld door zeven interviewers. Allemaal zijn zij getraind in interviewtechnieken en weten ze wat er nodig is om de interviews duurzaam op te slaan in het Stadsarchief Rotterdam. Dat is best ingewikkeld maar belangrijk, want we willen ervoor zorgen dat er bronnen gevormd worden die gebruikt kunnen worden door toekomstige historici. Alleen zo kan de geschiedenis van vrouwen in Rotterdam daadwerkelijk onderdeel worden van de Rotterdamse geschiedenis.
Interviewster Riet Soeters is inmiddels met pensioen maar was haar werkzame leven lang gemeenteambtenaar. Eerder was ze al betrokken bij Stichting Rotterdam Vertelt, waar ze o.a. optrad als SRV-host. Zelf had ze nooit zoveel op met de vrouwenzaak, vertelt ze: ‘Ik was gewoon aan het werk en vond die vrouwen op de barricaden maar gillers. Achteraf heb ik dat niet goed gezien.’
De eerste emancipatiecommissie
Riet interviewde een collega van toen die destijds het emancipatiebeleid uitvoerde. Het gesprek leverde een interessant perspectief op de manier waarop het emancipatiebeleid bij de gemeente Rotterdam vorm kreeg en laat ook zien op welke manier vrouwen in de raad en op het stadhuis hun doelen bereikten. Goed samenwerken was het devies. Uit het interview van Riet blijkt dat er begin jaren tachtig een initiatief was van vrouwelijke gemeenteraadsleden. Zij werden aangevoerd door Riet Hof, die later directeur zou worden van het gemeentelijke Emancipatiebureau. Er werd een Emancipatiecommissie geïnstalleerd waaraan vrouwen uit alle partijen deelnamen. Ongeveer tegelijkertijd ontstond er bij de gemeenteambtenaren een actieve club vrouwen. De commissieleden en de vrouwelijke ambtenaren trokken samen op. Ambtenaren hadden een kort lijntje met de vrouwelijke raadsleden en als het intern niet lukte om iets voor elkaar te krijgen belde ze iemand met het verzoek een vraag te stellen in de Raad of om in de commissie haar punt te maken. Zo werd het spel handig gespeeld.Dat informele contacten belangrijk waren werd ook duidelijk bij de zoektocht naar een locatie voor kinderopvang. De gemeente Rotterdam had als eerste kinderopvang voor haar medewerkers geregeld maar het vinden van een goede plek daarvoor was niet altijd makkelijk. Tot een collega bij de politie belde en zei: ‘wij gaan het politiebureau verbouwen en ik hang hier boven de bouwtekeningen. Als ik daar nou op een plek eens een kruis doorheen zet en kinderopvang opschrijf?’ Zo geschiedde.
Korte lijntjes, even snel onderling iets regelen en vooral goed samenwerken. Zo werd het spel gespeeld in de jaren tachtig. Wat kunnen we nog meer leren van de vrouwen die zich in het verleden met hart en ziel voor de goede zaak inzetten?