Maar een paar pagina’s kreeg Warren Harding (1865-1923) in Jill Lepore’s These truths. In 1920 werd de Republikein gekozen als president, in een periode waarin Amerika grote behoefte had aan een terugkeer naar conservatieve waarden. Behalve dat hij de nadruk legde op trouw aan de grondwet, streefde Harding naar een efficiënte federale overheid, lagere belastingen en geen onnodige bemoeienis met het bedrijfsleven. Hij benoemde een groep conservatieve zakenmannen in zijn regering en had het economisch tij mee: de industriële productie steeg in de jaren twintig met bijna zeventig procent, het bruto nationaal product nam met 40 procent toe, lonen stegen en het land kreeg elektriciteit. ‘Terug naar normaal’ was het motto van Hardings regering en dat leidde tot een naar binnen gekeerd Amerika dat de grootsheid van de eigen geschiedenis benadrukte. Kort na zijn dood werd Harding daarom bejubeld, maar bijna 100 jaar na dato wordt hij als een van de zwakste presidenten uit de geschiedenis van Amerika gezien.
Warren Harding was een journalist uit Marion, Ohio. Als jongeman kocht hij de krant The Marion Star en hij maakte er een succesvolle krant van. In die functie reisde hij veel door de Verenigde Staten van Amerika en voerde hij talloze gesprekken met gewone Amerikanen in het hele land, schrijft Willem Meiners in zijn biografie ‘De verliefde president. Hoe Warren Harding de roaring twenties begon.’ Als iets opvalt in de geschiedenis van de Verenigde Staten is het wel hoe belangrijk communicatie is en was.
Harding werd senator en was in 1916 al een kansrijke presidentskandidaat. Een affaire met zijn buurvrouw maakte dat hij dat niet aandurfde. Bijna niemand wist overigens iets van die verhouding, zoals men ook niets wist van het buitenechtelijke kind dat hij later verwekte bij een veel jongere vrouw.
Als president was Harding ongekend populair. Hij was de vriendelijkheid zelve, luisterde goed en hield de mensen eenvoudige wijsheden voor zoals: ‘wees aardig tegen een ander, wees aardig tegen een vreemdeling, en vooral: houd de stoep schoon en begaanbaar.’ Hij was populair bij vrouwelijke kiezers -die pas in 1920 in alle staten mochten stemmen- en bepleitte gelijke onderwijskansen voor de zwarte bevolking. Harding was een fatsoenlijke man.
Pas in 1963 werd bekend dat hij vijftien jaar lang een buitenechtelijke verhouding had gehad en dat hij, zoals Meiners vertelt in De verliefde president, door zijn minnares gechanteerd werd. Meiners reconstrueert die relatie met zijn buurvrouw aan de hand van de liefdesbrieven die in 2014 zijn vrijgegeven door het Library of Congress. Door het bestuderen van die brieven en van Hardings kranten lukt het hem Harding zelf aan woord te laten. Dat levert een levendige biografie op van een vergeten president die een leven lang een dubbelleven leidde.
Meiners is een Nederlandse journalist die sinds en aantal jaren in Bangor, Maine woont. Hij is gefascineerd door de Nederlandse invloeden in Amerika en schreef daarover The Dutch Touch. Die fascinatie is ook in deze biografie terug te vinden, bijvoorbeeld als Meiners schrijft dat het Amerika waarin Harding volwassen werd was er sprake van een Holland Mania, aangejaagd door het Ladies Home Journal onder redactie van Eduard Bok, een immigrant uit Den Helder, die Nederland de ‘moeder van Amerika’ noemde er 70 miljoen reproducties van Nederlandse schilders aan de man bracht. Zo zijn er talloze feiten in dit boek verweven. Maar het belangrijkste idee van deze biografie is toch eerherstel voor Harding, die volgens Meiners de pech had dat hij vier jaar te laat president werd en tijdens zijn presidentschap overleed. Of dat klopt, is aan de lezer. De verliefde president verscheen bij Uitgeverij Balans.